top of page

Komt een vrouw bij de dokter - Kluun

  • 128414
  • 24 jun 2016
  • 4 minuten om te lezen

Samenvatting

Komt een vrouw bij de dokter gaat over Stijn die geconfronteerd wordt met de terminale ziekte waaraan zijn vrouw, Carmen, lijdt. Ze woonden samen in een huis in Amsterdam met hun dochtertje Luna. Halverwege de dertig en vol op genietend van het leven. Beide hadden een eigen zaak. Ze waren erg gelukkig. Maar als Stijn en Carmen op een dag naar het ziekenhuis gaan voor verder onderzoek naar de rode borst van Carmen krijgen ze heel slecht nieuws te horen. Carmen had borstkanker.

Het verhaal gaat vooral over Stijn en hoe hij omgaat met dit slechte nieuws. Hij kijkt toe hoe zijn vrouw steeds zieker wordt. Zijn leven staat op zijn kop. Hij was altijd een feestbeest en zo was Carmen ook. Maar toen ze ziek werd ging dit voor haar niet meer. Langzamerhand ging het steeds slechter met Carmen. De chemo’s vielen zwaar, ze verloor haar haren, moest continu overgeven en de sfeer in huis was vreselijk. Alles stond in het teken van kanker. Hierom vluchtte Stijn in het uitgaansleven en vrouwen. Hij begon een verhouding met Roos, die hem er doorheen hielp. Het is een zware tijd voor Stijn, Carmen en iedereen die ze kennen.

Dagboek fragmenten

De dagboekfragmenten zijn van Carmen, de vrouw van Stijn. Ze is halverwege de dertig. Woont samen met Stijn en hun eenjarige dochter Luna. Carmen heeft een eigen bedrijf dat er goed loopt en ze is erg gelukkig met haar leven. Tot ze kanker krijgt.

Lief dagboek,

Vandaag ben ik naar het ziekenhuis geweest. Ik zit sinds anderhalve week een plek op mijn rechterborst en ik vertrouwde het niet helemaal dus ik ging vorige week naar de huisarts. Die vertrouwde het ook niet helemaal en heeft me toen doorverwezen naar het ziekenhuis. Toen schrok ik wel! Ik was doodsbang dat er iets ernstig was. Ik bedoel je wordt niet zomaar naar het ziekenhuis doorgestuurd, toch?

Dus vanochtend ging ik naar het ziekenhuis. Ik moest naar de eerste verdieping, kamer 105. Nadat ik me in had gecheckt bij de balie ging ik zitten in de wachtkamer. Ik heb er anderhalf uur gezeten.

Toen mocht ik naar binnen. Dokter Wolters onderzocht me. Toen hij klaar was gingen we weer aan het bureau zitten en verzekerde hij mij ervan dat er niks aan de hand leek te zijn.

Ik was zo opgelucht!

Lief dagboek,

Vandaag was verschrikkelijk! Ik ben voor de tweede keer dit jaar naar het ziekenhuis geweest. Ik voelde namelijk weer iets raars bij mijn rechterborst en ook de huisarts vond dat ik het beter kon laten nakijken. Een half jaar geleden ging ik ook naar het ziekenhuis. Precies om dezelfde reden. Maar een half jaar geleden kwam ik opgelucht naar buiten, nu ben ik alleen maar doodsbang en verdrietig. Kanker, ik heb kanker. Mastitis carcinomatosa om precies te zijn. Morgen heb ik een afspraak met dokter Scheltema. Die gaat ons vertellen wat we tegen de kanker kunnen die óf we iets tegen de kanker kunnen doen. Misschien ga ik wel dood. Ik wil helemaal nog niet dood. Ik kàn helemaal nog niet dood. Hoe moet het dan met Luna? Ik kan haar en Stijn toch niet zomaar achterlaten? Ik lig al de hele nacht wakker. Ik kan alleen maar denken aan die rot kanker.

Lief dagboek,

Vandaag gingen Stijn en ik op afspraak met dokter Scheltema. Gezellig met een kopje thee praten over hoe we mijn leven zouden gaan redden. Niet dus. Opereren is nog geen optie volgends Scheltema en bestralen kan volgends haar ook niet. De enige optie is chemotherapie en als die aanslaat kunnen ze misschien opereren. Chemotherapie. Dat betekend dat ik kaal wordt.

Lief dagboek,

Vandaag was de eerste dag van de chemotherapie. Vreselijk was het. Gelukkig was Stijn mee anders was ik waarschijnlijk gewoon naar buiten gerend. We zaten in een kamer met nog 5 anderen. Allemaal waren ze kaal. Allemaal hadden ze een zakje met vies spul boven zich hangen. De dokter moest eerst een buisje in mijn arm prikken voor het infuus. Drie keer prikte hij mis. Drie keer! Vreselijk was het. Toen dat rotding er eindelijk in zat maakte ze ook zo’n zakje aan mij vast. Ik heb er 4 uur gezeten.

Nu lig ik in bed. Ik ben kostmisselijk en heb al 8 keer overgegeven. De chemo maakt me doodziek. Alsof ik dat niet al was…

Lief dagboek,

Vandaag was de dag die er al zo lang aan zat te komen, vandaag was de dag dat ik kaal werd. Stijn stelde zelf voor om het te doen. Ik ben zo blij met hem. Hij is fantastisch. Ik heb ook wel een beetje medelijden met hem. Hij heeft hier ook allemaal niet om gevraagd. Hij kan alleen maar toekijken en voor mij zorgen. Voor hem is het misschien nog wel veel erger dan voor mij.

Lief dagboek,

Het is nu officieel, ik ga dood. De dokters hebben me opgegeven. De kuur sloeg niet meer aan en er is verder niks meer dat ze voor me kunnen doen. Nadat Toos werd opgegeven door de dokters leefde ze nog maar twee weken. Twee weken. Ik hoop dat ik iets meer dan dat krijg. Over ƩƩn week gaan we verhuizen en ik hoop dat ik nog een tijdje in het nieuwe huis mag wonen. Ik wil nog afscheid kunnen nemen van iedereen. Iedereen nog een keertje zien. Ik wil nog van alles doen. Oh god, gun mij nog wat tijd.

Lief dagboek,

Dit is het dan. Mijn laatste dag. De weken nadat de dokter mij hadden opgegeven gingen nog redelijk goed. Op sommige dagen kon ik andere dingen doen dan alleen in bed liggen en om de vijf minuten overgeven. Maar de afgelopen paar weken ging het steeds slechter. Ik heb elke dag heel veel bezoek gehad. Ik heb van iedereen afscheid genomen. Ik heb veel gehuild, maar vooral veel gelachen. Het waren hele bijzondere weken. De afgelopen dagen is de pijn bijna ondragelijk geworden en ik heb besloten dat het genoeg is. Gister kwam de dokter langs om de laatste dingen over de euthanasie te bespreken. Hij komt vanavond weer. Dan krijg ik een drankje en ga ik vredig dood.

Ik was altijd bang om dood te gaan. Bang om Stijn en Luna achter te laten. Maar nu niet meer. Het is goed zo. Ik heb gedaan wat ik wilde doen en gezegd wat ik wilde zeggen. Het is goed zo. Ik ben gelukkig.


Ā 
Ā 
Ā 

ควาดคณดเห็น


powerd by Zoƫ

  • Facebook B&W
  • Twitter B&W
  • Google+ B&W
bottom of page